Geachte
Heer,
Indien
u met uw brief [DS
17.04.07] heeft
willen aantonen dat er de afgelopen
jaren in Turkije een ‘stille,
democratische revolutie’ heeft
plaatsgevonden, dan brengt u met
uw schrijven die hele bewering in
diskrediet. U maakt immers met uw
brief duidelijk dat u niet gewend
bent om te antwoorden op argumenten,
wél om te verbieden, wél
om het zwijgen op te leggen aan andere
opinies. U wil dictatoriaal een einde
maken aan een democratisch debat
en polemiek, die sinds eind maart
in De Standaard aan de gang is.
Op
27 maart publiceerde De Standaard
een opiniestuk van het platform voor
vrije meningsuiting, mede-ondertekend
door een veertigtal intellectuelen,
die zich ernstig zorgen maken over
het misbruik van de anti-terroristenwetten
in het DHKP-C proces en opkomen voor
het recht op vrije meningsuiting.
De dag erop, publiceert DS redacteur
FilipVerhoest een antwoord, waarin
hij stelt dat het Platform ‘naïef’ is,
dat de DHKP-C een ‘bloeddorstige,
fanatieke organisatie’ is
en dat ‘diegenen die een
ander naar het leven staan ook geen
recht hebben op vrije meningsuiting’.
Omdat de figuur van Bahar centraal
staat in beide artikels, aanvaardt
de krant een ingekorte versie van
een antwoord van hemzelf te publiceren
op 10 april onder de titel: ‘Mijn
strijd voor democratie’.
Mogen wij u er op wijzen dat er geen
enkele rechtbank of Belgische instantie
een spreek- of publicatieverbod heeft
opgelegd aan Bahar Kimyongür,
en dat een publicatie van zijn hand
volkomen legitiem is? Of is dit voor
u allemaal van geen tel?
U
zegt dat u ‘geschokt’ bent
door de publicatie van het artikel
van Bahar Kimyongür. U vindt
de publicatie ‘onaanvaardbaar’.
U stelt de vraag of ‘De
Standaard misschien het platform
wil worden voor terroristische groepen à la
Al Queda ?’ Dit soort
demagogie getuigt van slechte smaak.
U zal uw Al Quaeda beschuldiging
ook moeten versturen naar RTL, omwille
van haar recente uitzending in Reporter,
waarin de stem van Bahar aan de telefoon
uit de gevangenis te horen is. Naar
de Interregionale van de ACOD Brussel-Brabant,
afdeling onderwijs, die in het aprilnummer
van zijn tijdschrift «Ouvre-Boîtes »,
een interview publiceert met Bahar,
door Jean-Michel Dufays, een historicus
en lid van Liga voor de Mensenrechten.
Naar de cineaste Marie France Collard
die een documentaire realiseert over
de zaak Bahar. En tenslotte naar
het ABVV dat haar ernstige bezorgdheid
heeft geuit over de antiterrorismewet,
onder meer in de zaak Bahar. Ja,
Mijnheer de ambassadeur, de onrust
in alle maatschappelijke middens
omtrent deze zaak neemt zienderogen
toe, en het is niet met een vraag
op ‘spreekverbod voor Bahar’ dat
u het zal doen stoppen.
U
maakt door uw reactie alleen maar
duidelijker wat de inzet is van onze
strijd voor vrije meningsuiting.
U zegt dat u geen enkel bezwaar hebt
tegen ‘de ideeën’ die
naar voor gebracht worden in het
artikel van Bahar, alhoewel ze volgens
u verre van objectief en constructief
zijn. Het gaat u om ‘de
persoon’ die het zegt,
een persoon die veroordeeld is als
terrorist en leider van een terroristische
organisatie, en daarom geen recht
op een tribune mag krijgen.
Vooreerst
hebben wij er geen bezwaar tegen
dat U gebruik maakt van uw recht
op vrije mening, ook al bent u de
vertegenwoordiger van een staat,
die op binnenlands en internationaal
vlak door mensenrechtenorganisaties,
herhaaldelijk is aangeklaagd voor
grove schending van de mensenrechten.
Een Europees rapport : ‘In
de eerste maanden van 2006 oordeelde
het Europese Hof voor de Rechten
van de Mens nog in bijna 200 gevallen
dat sprake was van schending van
de Europese Conventie voor de rechten
van de Mens. De vrijheid van meningsuiting
komt voortdurend in gevaar met een
beroep op artikel 301 van het Turkse
wetboek van strafrecht, dat belediging
van Turkije verbiedt: momenteel lopen
er tientallen rechtszaken tegen journalisten,
schrijvers en voorvechters van de
burgerrechten op grond van dit artikel.
De rechten van vrouwen, religieuze
minderheden en vakbonden worden niet
altijd gerespecteerd….Turkije
is in 2006 het vaakst veroordeeld
door het Europees Hof voor de Rechten
van de Mens in Straatsburg. Tegen
het land zijn 312 vonnissen gewezen
waarbij een schending van de mensenrechten
is vastgesteld.’….
Dus, waarom zou u het recht op vrije
mening ontnemen aan Bahar, die net
als u, geen enkel crimineel feit
of gewelddadige actie kan ten laste
gelegd worden?
Uw
bewering dat u geen bezwaar heeft
tegen de ideeën, maar alleen
tegen de persoon die het zegt, houdt
geen stand. De journalist-uitgever
Hrant Dink werd in juli 2006, wegens
een artikel over de massamoorden
op Armeniërs, door de Turkse
justitie veroordeeld tot 6 maanden
gevangenisstraf.Hij werd op 19 januari
2007 voor zijn krant vermoord. De
schrijver Orhan Pamuk, Nobelprijswinnaar
literatuur 2006, werd in 2005 vervolgd
om zijn uitspraken over de Armeense
genocide in 1915. De Democratische
Volkspartij HADEP (inmiddels DEHAP),
die streed voor een democratische
oplossing voor het Koerdisch probleem,
werd in 2003 verboden. Pinar Selek,
schrijfster, academicus, en activiste
voor de rechten van de minderheden,
is voor de rechtbank gedaagd, zo
ook schrijver Perihan Magden omwille
van zijn pleidooi als gewetensbezwaarde,
enzovoort. Mijnheer de ambassadeur,
de tolerantie tegenover de vrije
meningsuiting voor activisten en
intellectuelen is- dat weten we sinds
de lessen van het totalitarisme in
de twintigste eeuw - de ware graadmeter
van de democratie.
Namens
het Platform voor Vrije Meningsuiting
Luk
Vervaet, Clea
Lieven
De Cauter, filosoof, BRussells
tribunal, Kuleuven
Stephan
Galon, algemene centrale ABVV
Ludo
De Brabander, Vrede
|